Erkenning buitenlandse diploma’s: hoe werkt het?

Zorgverleners met een buitenlands diploma die in Nederland willen werken moeten eerst hun diploma laten erkennen. Hoe verloopt de erkenningsprocedure?

  

Er zijn verschillende erkenningprocedures. De procedure wordt bepaald door nationaliteit, verblijfstatus en land van diplomering.

Automatische erkenning

Voor de beroepen arts, tandarts, apotheker, verpleegkundige en verloskundige zijn er op Europees niveau afspraken gemaakt over het wederzijds erkennen van diploma’s. Daarbij wordt beoordeeld of het diploma overeenkomt met de minimum opleidingseisen die binnen de EER zijn afgesproken. Dat betekent dat zorgverleners met een diploma van een van deze beroepen in aanmerking komen voor automatische erkenning van het diploma.

Daarnaast wordt voor registratie in het BIG-register gevraagd om een aantal documenten, zoals een Certificate of Current Professional Status (CCPS). Hiermee verklaart de zorgverlener dat er geen bevoegdheidsbeperkingen van kracht zijn.

Erkenning beroepskwalificaties

Kan het diploma niet automatisch erkend worden? Dan is een erkenning beroepskwalificaties nodig. Hierbij wordt gekeken naar de inhoud van de gevolgde opleiding en de inhoud van de Nederlandse opleiding. Deze vergelijking wordt gedaan door de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid (CBGV). De CBGV is een bij wet ingestelde onafhankelijke adviescommissie. De CBGV geeft advies en de minister van VWS neemt op basis van dat advies een besluit.

Beoordeeld wordt of er wezenlijke verschillen bestaan tussen de in het buitenland gevolgde opleiding en de huidige Nederlandse opleiding. Zijn er verschillen? Dan wordt gekeken of deze verschillen zijn overbrugd door andere opleiding, beroepservaring of praktijkervaring. Als dat niet zo is moet er bijvoorbeeld een aanvullende stage gedaan worden.

Na erkenning van de beroepskwalificaties kan de zorgverlener een BIG-registratie aanvragen.

Verklaring van vakbekwaamheid

Zorgverleners waarvan het diploma niet automatisch kan worden erkend en die niet in aanmerking komen voor een erkenning van beroepskwalificaties, moeten een verklaring van vakbekwaamheid aanvragen.

Artsen, tandartsen en verpleegkundigen die hun diploma buiten de EER hebben behaald, moeten als onderdeel van de erkenningprocedure een assessment doorlopen. Dit assessment bestaat uit een algemene kennis en vaardigheden toets (AKV-toets) en een beroepsinhoudelijke toets (BI-toets). Voor deze zorgverleners geldt ook dat hun buitenlandse opleiding wordt vergeleken met de inhoud van de Nederlandse opleiding.